maandag 13 augustus 2012

Brief aan de kattenhaters.



Kattenhaters,


Nee, jullie krijgen geen lieflijke aanhef in de zin van ‘beste’, ‘lieve’ of iets anders aardigs. Jullie zijn de kattenhaters en ik begin mijn brief maar met jullie te vertellen dat ik niet zo heel dol op jullie ben (ik zeg het heel zachtjes, want eigenlijk meen ik dit niet en is het een  understatement).  O, o, zo komt deze brief al goed binnen en maak ik vrienden. Wacht nog even met hem verscheuren in duizenden snippers en in de haard gooien, het is toch niet koud). Dus. En jullie zijn met zoveel..


De kattenhaters die kleine pasgeboren katten het licht op de wereld niet gunnen en ze leren vliegen en zo hard leren landen – dat ze het nooit en nooit meer over kunnen doen. Ik begrijp het niet. (En ik moet er ook niet te hard over nadenken want dan word ik heel verdrietig en best wel heel erg boos).


De kattenhaters die opscheppen tegen elkaar hoe geweldig het is om een kat pijn te doen of te laten lijden. Ik heb veel verschillende vormen voorbij horen komen en ik begrijp het niet. Nooit. Ik vertik het om het te begrijpen – maar als ik het zou proberen zou ik nog steeds met een vraagteken boven mijn hoofd rondparaderen. Er zijn ook kattenhaters die, zodra ze weten dat jij een kattenliefhebber bent, al staan te popelen ‘mag ik, mag ik’ om hun hele cv van kattenmishandeling aan jou voor te leggen. Ik begrijp er helemaal niks van. (O wacht, misschien een beetje, ik word boos dan en mensen vinden het prachtig als je boos wordt, ontploft en in duizenden stukjes rondom hen neerdwarrelt. Ze vergeten dat het soms best lastig is om weer in elkaar gezet te worden, daarna).


En dan heb je de kattenhaters die geen katten doden of mishandelen, maar zodra een kat te dichtbij komt wel als een malle beginnen te mopperen over ‘vieze beesten’. En als er zich eens een kat in hun omgeving opdoet dan moet hij WEG. En snel. Met zulke mensen heb ik ervaring en ze frustreren me uitermate. Ze zijn volkomen blind voor de charme van die katten en ze begrijpen de band niet die je met zo’n beest kunt hebben. Zonder overleg worden katjes genomen vanwege hun schattige snuit met snorharen en weer weggedaan omdat ze overal altijd zijn (zo alomtegenwoordig zijn katten echt niet hoor) en in de tuin poepen. O, gruwelijkheid inderdaad. Voor vieze kinderluiers draaien ze hun hand niet om. Kwijl en nattigheid? Ach,  dat hoort erbij. Maar katten..


Terwijl katten veel onvoorwaardelijker zijn. Je kunt ze pakken, ze spinnen, je kunt ze tegen je aan houden en ze komen naar je toe rennen met een hoop blijheid. Alsof je heel erg geweldig bent. (Okee, misschien zorgen ze voor illusies). Maar het heerlijke aan katten blijf ik dus vinden dat je niet perfect hoeft te zijn. Dus. Dat kan ik van jullie, kattenhaters niet zeggen. Alleen al door van katten te houden zijn we voor jullie niet perfect.


Waarom is iedereen kwaad als ik een kind geen aandacht geef maar mag ik niet boos zijn als mensen een kat negeren of erop mopperen of ernaar schoppen? Mijn kat jankt niet en valt niet honderd keer. Ook niet toen hij (het is trouwens een zij) leerde lopen.


Voordat ik verval in nog meer katten en kinderenvergelijkingen: Ik heb niet helemaal een grote hekel aan kinderen hoor. Meer aan de manier waarop volwassenen ermee omgaan en ze bombarderen tot iniminikeizertjes en keizerinnetjes die heersen over hun prachtige koninkrijk. Misschien dat ik ooit nog maar eens een brief aan de kinderliefhebbers moet schrijven. Nu ga ik er wat al te makkelijk vanuit dat kattenhaters meteen kinderliefhebbers zijn. (Dat komt omdat de kattenhaters waar ik mee te maken heb wél van kinderen houden en niet van katten). Misschien zijn er ook wel kattenhaters die ook niet van kinderen houden. Dat is pas echt erg natuurlijk. (Jaja).


En er zijn kattenliefhebbers. Hen groet ik in vrede met liefde en en en (ik weet niet welke mooie woorden ik verder moet bedenken). Ik hou van jullie.


En kattenhaters, van mij hoeven jullie niet van katten te gaan houden. Maar doe alsjeblieft een beetje alsof je ons begrijpt. Haal niet achteloos je schouders op als het over kattenliefde gaat. Ga ze niet schoppen waar ik bij ben. Ik heb een kind nog nooit een schop gegeven of ksssjt geroepen omdat ze  dichtbij kwamen. (Kijk er niet gek van op als een kat wél pssst zegt als jij dichtbij komt. Zo).

Vooralsnog niets meer te zeggen,


De boskrekel.

2 opmerkingen:

  1. Beste Boskrekel,

    dit is één van je beste brieven;/
    Ik groet je in vrede! Al gaat mijn kattenliefde waarschijnlijk niet zover als die van jou.

    Liefs,
    de Gazelle

    BeantwoordenVerwijderen
  2. He wat heb je deze brief goed en humoristisch geschreven zeg! (bij veel verhalen moet ik me best doen om de aandacht erbij te houden bij deze andersom)

    En ... zij dank ben ik een kattenliefhebber:)(Ik zou anders niet in de buurt durven komen van een kattenhater-hater)

    Zou je niet zeggen van een baboon he...

    BeantwoordenVerwijderen